info-steel-56

80 jaar geleden _il y a 80 ans L’Ossature Métallique - 1939 Het Albertkanaal en zijn bouwwerken Er werd een kanaal van 129 km ontworpen tussen Luik en Antwerpen, voorzien voor schepen van 2000 ton om een snel, regelmatig en goed- koop transport mogelijk te maken. Zes sluizen (15 000 ton) met drie sassen moesten het totale niveauverschil van 56 mtussen de twee steden overbruggen. Op basis van de activiteit in de regio’s die werden doorkruist, werden 66 bruggen gebouwd: 12 in beton en 54 in staal (25 000 ton). De allereerste brug, gebouwd in 1929, was die van Marexhe, aan de ingang van het kanaal. Voor overspanningen van meer dan 50 m bleken stalen bruggen met hoofdbalken in V-vormige vakwerk- liggers met een verhouding hoogte/overspanning van 1/6 op 1/7, economisch gunstiger dan de betonnen bruggen. De speciale staalsoorten stonden nog niet op punt in België en daarom koos de overheid voor de eerste bouwwerken voor zacht staal en geklonken structuren. De brug van Herentals, een uitzondering hierop, was de eerste brug waarvoor een gelaste structuur goed- koper bleek. In 1932 was de economische crisis een domper voor de exportmogelijkheden van de Belgische ateliers. De overheid besloot daarom zich te beperken tot stalen bruggen om die werk- plaatsen te helpen. In die periode werden gelaste bruggen gemeengoed. Specifieke lastenboeken en testen werden opgelegd om de kwaliteit van het staal en het laswerk te garanderen. De Vierendeel-bruggen, met gebogen bovenrand, bleken steeds meer een goede optie aangezien ze beter geschikt bleken voor laswerk zonder aan elegantie in te boeten. Dit type brug had het voordeel van relatief constante langskrachten in de trekkers en weinig variabele langskrachten in de boog, als er geen rekening gehouden werd met het effect van vervormingen. In 1935-36 kwamen speciale profielen en breed platstaal met driehoekige uiteinden op de markt, waardoor lasverbindingen in X-vorm mogelijk werden. Ze werden in Genk, Paal en Zolder gebruikt. Samengevat zijn er onder de 54 stalen bruggen: - 22 geklonken, meer bepaald de spoorweg- bruggen, ophaalbruggen en de belangrijke wegbruggen; - 10 gemengde bruggen (elementen gelast in de werkplaats en aan elkaar geklonken bij de montage); - 22 volledig gelaste bruggen waarvan 19 van het type Vierendeel en 3 plaatliggerbruggen. L’Ossature Métallique - 1939 Le canal Albert et ses ouvrages Prévu pour des bateaux de 2000 tonnes, entre Liège et Anvers, un canal de 129 km a été conçu pour permettre une navigation rapide, régulière et peu coûteuse. Six écluses (15.000 t), à trois sas ont été construites pour une dénivellation totale de 56 m entre les deux villes. Tenant compte du nombre d’activités dans les régions traversées, 66 ponts ont été construit : 12 en béton et 54 en acier (25.000 t). Le tout premier pont, construit en 1929, fut celui de Marexhe, à l’entrée du canal. Pour des portées excédant 50 m ; les ponts métalliques s’avérant plus économiques que le béton, le choix se porta sur des poutres principales triangulées en V et de rapport hauteur/portée de 1/6 à 1/7. Les aciers spéciaux n’étant pas encore au point en Belgique, l’administration fit le choix d’aciers doux et de structures rivetées pour les premiers ouvrages à l’exception du pont de Herentals, où pour la première fois, une variante soudée se révéla plus économique. En 1932, la crise économique bloquant les débouchés extérieurs des ateliers belges, l’administration décida de se limiter à des ponts métalliques, pour aider les ateliers. À cette époque, les ponts soudés s’im- posèrent. Des cahiers des charges spécifiques et des tests furent imposés pour les qualités d’acier et les soudures. Progressivement, les ponts Vierendeel, à membrure supérieure parabolique, s’imposèrent car ils s’avéraient mieux adaptées à la soudure tout en conservant un aspect élégant. Ce type de pont offrait l’avantage de présenter des efforts longitudinaux assez constants dans les tirants et peu variables dans l’arc, si l’on négligeait l’effet des déformations. En 1935-36, l’arrivée sur le marché de profilés spéciaux et de large plats à tétons triangulaires, permettant une soudure en X, furent mis en œuvre à Genk, Paal et Zolder. En résumé, parmi les 54 ponts métalliques : - 22 sont rivés, à savoir les ponts-rails, les ponts mobiles et les ponts-routes importants ; - 10 sont des ponts mixtes (éléments soudés en atelier et rivés entre-eux au montage) ; - 22 sont des ponts entièrement soudés, dont 19 du type Vierendeel et 3 à âmes pleines. 18 Tekst_Texte : José Jongen (Infosteel) L’Ossature Métallique was vanaf 1932 het maandblad van het Centre belgo-luxembourgeois d’information de l’acier (CBLIA). In 1955 wijzigde de titel van het tijdschrift in ‘ACIER |STAHL |STEEL’. Dit tijdschrift is de facto de voorganger van het huidige ‘info-steel’. _L’Ossature Métallique était depuis 1932, la publication du Centre belgo-luxembourgeois d’information de l’acier (CBLIA). En 1955, le nom de la revue change en ‘ACIER |STAHL |STEEL’. Cette revue est de fait le prédécesseur de l’actuelle ‘info-steel’.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=